Hoofdstuk 4: De zuidkust

20 januari 2018 - Wilsons Promontory National Park, Australië

De zon gaat onder over een heuvel van gouden halmen. Bonnie en ik verblijven nu op het terrein van een plaatselijke cricketclub, waar we gebruik maken van de faciliteiten in het clubhuis (geheel compleet met clubhuis geurtjes). De afgelopen week is het uitzicht weer flink veranderd en dat zal niet voor de laatste keer zijn. Aan de oostkust trof ik verschillende soorten uitzichten; plekken die me deden denken aan Ierland, Zuid-Amerika, Cote d’azur, IJsland… Het verandert soms snel. De afgelopen week ben ik letterlijk een nieuwe richting ingeslagen; ik heb de oostkust achter me gelaten en ben richting de zuidkust afgebogen. Dit keer dus met gezelschap.
De arme oude camper van heeft onder mijn ‘rain of terror’ al meer dan 8000 kilometers afgelegd. Met de zweep over de motor en de sporen in de versnellingsbak beklommen we samen een nieuwe uitdaging; de Australische Alpen.

Het ging niet van een leien dakje. Aan de voet van de bergen probeerde we een wandeling door een NP te maken, maar het regende te hard en halverwege keerde we terug. Helemaal onder de bloedzuigers! Ze zaten overal. Gelukkig hadden de meeste zich nog niet vastgezogen en lieten ze na enig aandringen los. De tweede dag regende het nog steeds en toen we bij het volgende NP aankwamen, bleek het bospad een heus 4WD track te zijn. We zijn gelukkig op tijd omgekeerd! We waren bang dat het in de bergen zou blijven regenen, maar besloten toch de Great Alpine road te beklimmen. Eenmaal bij het begin van de route aangekomen klaarde het langzaam op, naarmate we hoger en hoger kwamen. De vegetatie veranderen elke tien minuten en de wolken werden steeds dunner. Boven de 1000 meter kwamen de eerste blauwe vlakken tevoorschijn en de motor had het soms zwaar met de kronkelende bergweggetjes.
Na een paar uur reden we de hoek van een zoveelste berg om en kwamen we in een heus ski dorp uit. Verlaten chaletjes, hotelappartementen, rijen met bussen, een arsenaal aan sneeuwschuivers en strooiwagens, brede wegen voor ons alleen, het had iets surreëels. De Ski pistes waren nog groene heuvels en de liften stonden stil. Het zou zo een omgeving voor een vervolgdeel van ‘The Shining’ kunnen zijn.
De wegen hadden inmiddels knalgele wegbelletering en naast de weg stonden knaloranje palen met ‘blijf links van deze palen in geval van sneeuw’. We waren nu bijna bij ons voorlopige eindpunt; Danny’s Lookout.
Al sinds het plannen van deze reis kwamen honderden foto’s voorbij. Witte stranden, woeste watervallen en foto’s van plekken als deze. De foto’s konden me echter niet voorbereiden op de rauwe realiteit van de echte plek.
Na nog één laatste bocht kwamen we er aan. Met een uitkijk van meer dan 50 km keken we onze ogen uit. Tientallen bergen strekte zich voor onze voeten uit, bezaaid met zowel levende als artistiek ogende dode bomen. De wolken leken zo dichtbij, dat we ze bijna konden aanraken. Met geen pen of foto correct te omschrijven bedacht ik me maar één ding;

Ik ben in Oostenrijk.

Ik dacht aan de foto’s van mijn opa en oma die er altijd naartoe gingen en dit leek er erg veel op. Geen besneeuwde toppen helaas, daar zijn de bergen tot 1900 meter waarschijnlijk te laag voor (of Australië te warm). Ik genoot van de oorverdovende stilte, die alleen sporadisch verbroken werd door een verdwaalde vogel.
We pakte voor deze uitzonderlijke plek een uitgezonderd glas wijn en toostte op het hoogtepunt van deze rit.
Onderweg naar de camping probeerde de navigatieapp ons te pletter te rijden, toen we hoog in de bergen ‘sla rechtsaf’ hoorde. Er waren veel steile zijwegen dus het had gekund. Toch voorzichtig aan de rand aangekomen, keken we zo de afgrond in. Er was helemaal geen weg! Nog niet eens 4WD. Nóóit zomaar op een navigatie app afgaan…Die avond sliepen we aan de voet van de bergen, waar we in een prachtig bos midden in een vallei stonden. Er was een kalm stromend (ijskoud) beekje waar je kon zwemmen en genoeg hout om een vuurtje te kunnen stoken. Wat wens je nog meer!

We hebben het binnenland inmiddels gedag gezegd en zijn weer terug aan de kust. Het Wilsons Promontory NP was weer een prachtig voorbeeld van de woeste natuur aan de kust van Australië. Geheel anders dan de oostkust, is dit schitterend schiereiland omgeven door hoge heuvels, veel bossen, indrukwekkende rotspartijen, witte stranden en blauwe zee. Squeaky beach doet zijn naam eer aan, met prachtig wit zand dat ‘squeaked’ onder je voeten.
Nu zijn we onderweg naar Melbourne. Voor Bonnie de eerste grote (mega) stad en daarna; Tasmanië…
Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

3 Reacties

  1. Angela:
    20 januari 2018
    Wauw, ik houd soms mijn adem even in als ik je verhaal lees. (Zelf dol op steile, smalle wegen met afgrond🤔)
    Veel plezier in Tasmanië. Geniet er samen van😘
  2. Ineke:
    20 januari 2018
    Wat een mooie foto's en weer zo'n mooi verhaal. Jullie genieten echt he! Prachtig!
  3. Tineke Wubben:
    20 januari 2018
    Geweldig wat je allemaal meemaakt
    Leuk dat je nu een maatje hebt die
    meereist. Goede reis verder.