Hoofdstuk 5: Tasmanië

17 februari 2018 - Devonport, Australië

De horizon. De flinterdunne plek aan de hemel, waar de diepblauwe zee en de licht blauwe lucht in een harde lijn in elkaar overgaan. Ik heb de plek al talloze keren diep oranje gezien, of knalroze.
De horizon deint nu achter het glas zachtjes op en neer, terwijl de ‘Spirit of Tasmania’ richting Melbourne vaart. Mensen liggen te slapen, spelletjes te spelen of series te kijken. Iedereen vermaakt zich deze 10 uur durende reis op zijn eigen manier. Aziaten, Australiërs, Nederlanders. Verschillende nationaliteiten op de boot, een bonte verzameling mensen. Ze hebben echter één ding gemeen;

Ze hebben Tasmanië bezocht.

Je hoort mensen over Queensland en zijn Great barrier reef. New South Wales met zijn Byron Bay en Sydney. Victoria met zijn Melbourne. Maar het eiland onder het eiland is niet super populair onder de Europese backpackers, mogelijk om de dure overtocht. Het naar een Nederlander vernoemde Tasmanië daarmee overslaan, is echter een kostbare fout. Eentje waarvan ik blij ben, dat ik hem uiteindelijk niet heb gemaakt.

Het land is een paar keer Nederland, maar voor Australische begrippen overzichtelijk. De grote parken zitten hier vrij kort op elkaar en het is niet belachelijk druk als de oostkust. Hoe leuk ik plekken als Sydney, Byron Bay, Nelson Bay en de diverse NP’s aan de oostkust ook vond, ik was blij dat ik er weg was. Te druk, te commercieel, te luidruchtig, free campings vol met rommel slingerende Fransen en Duitse backpackers, die tot diep in de nacht irritant hard praten en de meest achtelijke muziek draaien.

Bij mij was de emmer in Melbourne overgelopen, voor mij kwam de oversteek net op tijd. Tasmanië is een oase van rust. Een land met een Nederlands klimaat. In de ochtend kon het gerust 9 graden zijn. Een vuurtje stoken was nog niet zo legitiem als hier. Het kan er warm worden, maar in de avond was het altijd koel.

De natuur is hier dramatisch anders. De parken zijn bezaaid met de meest fraaie bergtoppen, waar je heerlijk kunt wandelen. De ‘Tavern circuit walk’ is een prachtige wandeling door Mt Field NP, één die me in het bijzonder is bijgebleven. Een pad van maar liefst 16 kilometer, die zich door de glooiende bergen, prachtige meertjes, bossen (sommige met dode bomen) en skigebieden kronkelt. Dat op 1000 meter hoogte. Ik deed er 6,5 uur over, maar het serene gebied zette me aan het denken. Ik kwam terug met meer inzicht over mezelf. Intussen genoot ik van verstopte juweeltjes als een oude skihut, nog geheel ingericht als in 1934.
Het Cradle Mountain NP is er ook absoluut één om de tijd voor te nemen. Je kunt er uren wandelen om het Dove Lake, wat een picture perfect plaatje is. Elke paar honderd meter lijkt de omgeving te veranderen, terwijl de bergen boven je zich op een regenachtige dag verstoppen in de wolken.

De zuidkust was weer anders. Ze hebben met Hobart een pittoreske hoofdstad, waar genoeg te zien is, maar het nooit heel hectisch wordt. De Cascade brouwerij is leuk om te bezoeken, ze brouwen er het oudste bier van Australië! Ook bij deze hoofdstad kun je leuk wandelen; met MT Wellington hebben ze een prachtig gebied, met een wijds overzicht over de omgeving.
Bij het daarboven gelegen Porth Arthur heb ik bij de historical site mijn mooiste fotoserie tot nu toe gemaakt. Het kleine dorp van weleer verteld over één van de oudste gevangenissystemen van het land, waar Australië toch het meest om berucht is. In Tasmanië stamt de bevolking voor een vrij groot gedeelte van de gevangenen af, waar tussen de overblijfselen veel uitleg over wordt gegeven.
Vanuit daar heb ik ook een boottocht gemaakt met Pennicott Wilderness Journeys, waar ze met een snelle boot en een flinke dosis humor de zuidkust lieten zien. Het woeste landschap wat miljoenen jaren geleden met veel kracht uit de grond is gedrukt is niets minder dan indrukwekkend. De fier torende kliffen trotseren de schuimende zee, alsof ze zijn uitgehouwen door Poseidon zelf. De zee bruist van het leven; de dolfijnen drongen in rijen aan, om voor en langs de boot met de golven te mogen spelen. De zeeleeuwen lagen te zonnen op de rotsen en de grote roofvogels waren niet van de lucht.

Tasmanië. Het land waar ik voor het eerst echt rust vond. Waar ik voor het eerst de zeldzame platypus zag. Nog nooit zoveel dolfijnen bij elkaar meemaakte. Waar mijn respect voor de natuur groeide, voor het eerst sinds IJsland 11 jaar geleden. De plek waar je meer Australiërs treft, dan andere nationaliteiten.

Als ik uit het raam kijk, zie ik een exact kopie van de ferry waar ik op zit voorbijvaren. Ergens ben ik jaloers op de opvarende, omdat hun dit land nog voor het eerst mogen ontdekken. Anderzijds ben ik ook blij voor ze, omdat ze de dure oversteek niet in de weg lieten staan van dit prachtig avontuur.

Tasmanië. De eerste plek waar ik thuis vond.

Foto’s

7 Reacties

  1. Angela:
    17 februari 2018
    Wat een prachtig verhaal. Als het zou kunnen zou ik er zo heen gaan! Fijn dat je weer rust hebt gevonden. Houd dat gevoel vast en geniet😘😘😘
  2. Franny van Reenen:
    17 februari 2018
    Mooi verhaal Robin en wat een prachtige foto's.
    Geniet er maar veel van. Ik vind je een Topper.
  3. Walter:
    17 februari 2018
    Mooi verhaal
  4. Jantine:
    17 februari 2018
    Mooi verhaal en helemaal waar, ben er in november ook geweest maar heb nog niet alles gezien dus ik ga zeker nog es terug en ipv de dure overtocht met de ferry kan je een goedkoop vliegticket boeken vanuiy bv Melbourne en daar een auto huren.
  5. Etty van der Sanden:
    17 februari 2018
    Prachtig verhaal. Ik zou er zo naar toe willen.
  6. Ivo:
    17 februari 2018
    Jouw vermogen om je op papier uit te drukken, prikkelt de fantasie Robin... Mooi talent heb je daar! Mooie ervaring, gave foto’s 👍🏻
  7. Ed schalk:
    17 februari 2018
    Weer geweldig genoten van je mooie verhaal en foto,s en van je rustmomenten